‘Ik hoop dat ik het niet makkelijker heb gemaakt voor jullie.’
Het was de laatste les van mijn lessenreeks over schriftelijke communicatie. Ik rondde af. Veel tijd was er niet meer. En dan zeg je zoiets.

Het leuke van lesgeven is dat je jezelf bij tijd en wijle verrast. Ik hoorde het mezelf zeggen en realiseerde me dat ik mijn studenten weliswaar iets waardevols meegaf, maar ook dat het misschien enige toelichting behoefde. Ik had nog 1 of 2 minuten.

Wie zakelijk schrijft (en dan bedoel ik: voor haar of zijn werk) doet dat als een professional. Dat betekent: je formuleert een doel in termen van kennis, houding en gedrag, je formuleert je belangrijkste boodschap, je bezint je op je doelgroep en de eisen die die doelgroep aan je tekst stelt, je schrijft een concept en checkt of je concept je doel gaat bewerkstelligen. En eventueel pas je dan je tekst nog aan.

Dat kost tijd. Wat ik mijn studenten mee wil geven: neem die tijd! Je werkt soms weken aan een goed doortimmerd en zorgvuldig onderbouwd advies en besteedt vervolgens 5 minuten aan de e-mail waarmee je dat advies aanbiedt. Maak daar 15 minuten van. Denk na voordat je schrijft.

Toen was het klokslag 15.00 uur. Mijn tijd was om.

‘Ja,’ bedacht ik, ‘dat is ook een verschil tussen schrijven en praten. Praten is vaak hardop denken. Heerlijk.’

Wout Sorgdrager

Wout Sorgdrager

Tekstschrijver, schrijftrainer, communicatieadviseur. Schrijft over gezondheidszorg en onderwijs. En over schrijven. Traint en coacht professionals. Woont, werkt en blogt in Groningen.

Leave a Reply